Bouwstop opgelegd: Mag dat wel en hoe dan verder?

Geplaatst op 18 apr 2025 Bouwstop opgelegd: Mag dat wel en hoe dan verder?

Bouwstop opgelegd: Mag dat wel en hoe dan verder?

De gemeente kan een bouwstop en een last onder bestuursdwang of dwangsom opleggen als blijkt dat een bouwwerk niet overeenkomt met de vergunning. Hetzelfde geldt voor het gebruik van bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. De Raad van State legt in een recente uitspraak duidelijk uit dat die gemeente dit in bepaalde gevallen niet mag doen. In deze blog lees je daar meer over.

De casus

Appellanten hebben een groot aantal bouwwerken op hun perceel in Bergen op Zoom voor het houden van diverse soorten dieren. Omdat voor deze bouwwerken geen omgevingsvergunningen zijn verleend, moesten deze worden verwijderd en heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom een last onder dwangsom opgelegd.

Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit van het college. Het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard en het besluit tot handhaving in stand gelaten, waarna appellanten in beroep zijn gegaan. Dit beroep is door de rechtbank ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak hebben appellanten hoger beroep ingesteld. Appellanten voeren onder meer aan dat sprake is van concreet zicht op legalisatie en dat het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel zijn geschonden.

De uitspraak van de Raad van State is voor de praktijk zeer interessant, omdat hierin duidelijk wordt uitgelegd of er wel of niet moet worden gehandhaafd.

De belangenafweging

Een bestuursorgaan moet in beginsel gebruik maken van haar bevoegdheid om te handhaven. Dit heet de ‘beginselplicht tot handhaving’.

Van handhaving moet echter worden afgezien als handhavend optreden onevenredig is. Bij deze afweging moet worden beoordeeld of de sanctie geschikt en noodzakelijk is en er moet een belangenafweging worden gemaakt tussen enerzijds het algemeen belang en de persoonlijke belangen van de overtreder.

Handhaving staat voorop. Alleen in bijzondere gevallen kan van handhaving worden afgezien. Een bijzonder geval kan zich voordoen bij 1) concreet zicht op legalisatie, 2) schending van het gelijkheidsbeginsel of 3) schending van het vertrouwensbeginsel.

Concreet zicht op legalisatie

De Raad van State oordeelde dat in dit geval geen sprake was van concreet zicht op legalisatie. Er was namelijk geen omgevingsvergunning aangevraagd en het college van burgemeester en wethouders was ook niet bereid om deze vergunning te geven.

Evenredigheidsbeginsel

Het evenredigheidsbeginsel is ook niet geschonden volgens de Raad van State. Het perceel van appellanten bevindt zich in een belangrijk leef- en foerageergebied voor bos(rand)vogels en kleine zoogdieren. Daarnaast hebben meerdere omwonenden overlast ervaren van de dieren die op het perceel worden gehouden. Tegenover voornoemde belangen staan de belangen van appellanten. Zij willen ongestoord van hun oude dag en van de natuur genieten.

Na een belangenafweging komt de Raad van State tot het oordeel dat de belangen van appellanten niet zo zwaar wegen dat het algemeen belang daarvoor moet wijken.

Vertrouwensbeginsel

Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel moet appellant aannemelijk maken dat toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit appellant kon en mocht afleiden of het bestuursorgaan niet zou mogen handhaven.

Een dusdanige toezegging was in dit geval niet gedaan volgens de Raad van State. Het college van burgemeester en wethouders kon en moest dus handhavend optreden tegen de illegale bouwwerken en het gebruik ervan.

Conclusie en tips

De Raad van State bevestigt dat de bouwwerken zonder een daartoe vereiste omgevingsvergunning zijn gebouwd en dat het gebruik van het perceel in strijd is met het bestemmingsplan. Het college van burgemeester en wethouders was bevoegd hiertegen handhavend op te treden en er was ook geen aanleiding om van handhaving af te zien.

Tips

In sommige gevallen is het mogelijk dat een gemeente van handhaving afziet of zelfs af moet zien. Meestal is daarvoor vereist dat al een aanvraag voor een vergunning is ingediend voor het bouwwerk of voor het afwijken van het bestemmingsplan, maar daar zijn ook uitzonderingen op mogelijk.

Bij bouwen zonder omgevingsvergunning moet de gemeente uit zichzelf onderzoeken of het bouwwerk alsnog gelegaliseerd kan worden. Daar hoeft geen omgevingsvergunning voor te zijn ingediend.

Het blijft raadzaam om alert te blijven op de vergunningplicht en - ook na een bouwstop - proactief contact op te nemen met de gemeente en in gesprek te blijven. Hiermee kan vertraging en juridische escalatie worden voorkomen.

Heeft u over het voorgaande vragen? Neem dan contact op met Donnée Dijkshoorn via dijkshoorn@heijltjes.nl.

Terug naar het nieuwsoverzicht