Uitloopkosten in een bouwproject: geen ‘schade’

In contracten voor de realisatie van door de aannemer te bouwen projecten is uitgangspunt dat de aannemer het bouwproces inricht. Daarin is zijn planning de maatstaf. Bij uitloop (i) veroorzaakt door de opdrachtgever (ii) in het kritieke pad komen de daardoor veroorzaakte extra tijdgebonden kosten van het productieproces – dit valt onder de diensten en leveringen volgens de EU-richtlijn 2011/7/EU – voor rekening van de opdrachtgever. Daarop is niet het woord ‘schade’ in zijn strikt juridische betekenis van toepassing, maar gaat het om de kosten van extra werkzaamheden en inspanningen van de aannemer bij en voor de realisatie van het project. Deze extra werkzaamheden vallen onder het begrip primaire leveringen en diensten ten behoeve van de uitvoering. Daarop is dan ook bij te late betaling de wettelijke handelsrente van art. 6:119a BW van toepassing. Het hanteren van de term ‘schade’ in samenhang met stagnatie zet de rechter op het verkeerde juridische been. Het zijn kosten. 

Schade heeft juridisch een andere betekenis. Dat ziet meer op beschadiging of schending van contractuele belangen. Dat leidt tot andere juridische gevolgen. 

Lees hier het volledige artikel dat Wim Heijltjes daarover schreef voor het Tijdschrift voor Bouwrecht.