Het non-concurrentiebeding in een krappe arbeidsmarkt: sign of the times

Geplaatst op 28 mrt 2022 Het non-concurrentiebeding in een krappe arbeidsmarkt: sign of the times

Goed gekwalificeerd personeel vinden is tegenwoordig bepaald een dingetje geworden. En wanneer je de perfecte kandidaat hebt gevonden, dan wil je de nieuwe collega aan jouw bedrijf binden: niet alleen met een goed salaris, maar ook met een non-concurrentiebeding. In dit artikel gaat Ruud de Quay in op een aantal zaken die elke werkgever moet weten over dit bindmiddel, juist in tijden van krapte.

Wordt de werknemer in dienst genomen voor bepaalde tijd, dan moet een concurrentiebeding sowieso schriftelijk worden gemotiveerd, wil het beding geldig zijn. Uit de motivering moet blijken waarom het beding ‘noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs-of dienstbelangen’.

Maar ook in het geval dat u de arbeidsovereenkomst meteen voor onbepaalde tijd aangaat – en in tijden van personeelstekorten komt dat steeds vaker voor – doet u er verstandig aan juist daarover na te denken. Wat is noodzakelijk en zwaarwegend belangrijk voor mijn bedrijf? Wat wil ik beschermen?  

Het non-concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van uw bedrijf te beschermen, wanneer de werknemer na verloop van tijd besluit zijn loopbaan elders voort te zetten. Bedrijfsdebiet: dat is de knowhow van uw onderneming; de opgebouwde kennis, de goodwill, uw klanten, uw bedrijfsspecifieke en/of unieke bedrijfsprocessen, marktstrategieën: dat mag en kunt u via een non concurrentie- of relatiebeding beschermen.

Vuistregel daarbij is dat zo’n beding dan maximaal een jaar na de einddatum mag duren. Wanneer de termijn langer is, vergroot dat de kans dat een rechter het beding in ieder geval gedeeltelijk zal vernietigen.

Vaak wordt in een conflict hierover door de werkgever ingebracht dat er veel werd geïnvesteerd in de kennis van de werknemer, onder meer via opleidingen (zie mijn bijdrage in onze nieuwsbrief van 8 februari 2022). Die investeringen gaan verloren en indien uw concurrent hiervan profiteert, is dat dubbel zuur.

Uit een aantal recente rechtszaken (bijvoorbeeld ECLI:NL:GHAMS:2021:1385) blijkt dat dit soort argumenten steeds minder gewicht in de schaal leggen: investeren in de kwaliteit en kennis van werknemers hoort bij ondernemen en is niet het bedrijfsdebiet. En dubbel zuur? Dat is begrijpelijk, maar een non-concurrentiebeding mag ook geen bindmiddel zijn waardoor een werknemer gedwongen blijft zitten. Dat leidt tot immobiliteit op de arbeidsmarkt.

Omdat Rutte-IV ambieert om ook het concurrentiebeding bij de tijd te brengen (Brief Minister SZW aan Tweede Kamer KII 29544 nr. 1089 d.d. 2 maart 2022), doet elke ondernemer er verstandig aan om goed na te denken over nut en noodzaak van het concurrentiebeding.

Meer weten? Zoekt u concreet advies over uw concurrentie- of relatiebeding? U weet mij te vinden!
Ruud de Quay

 

Terug naar het nieuwsoverzicht