Huisvestingsverordening Nijmegen 2019 gedeeltelijk onverbindend verklaard

Geplaatst op 10 feb 2020 Huisvestingsverordening Nijmegen 2019 gedeeltelijk onverbindend verklaard

Bij vonnis van de rechtbank Gelderland d.d. 24 januari 2020 is Huisvestingsverordening Nijmegen 2019 gedeeltelijk onverbindend verklaard.

Om zelfstandige woningen om te kunnen zetten in onzelfstandige woningen (studentenkamers) is een vergunning nodig. Die plicht geldt in meer (studenten-)steden en is mogelijk op grond van artikel 21 Huisvestingswet.

Die vergunningplicht mag op grond van artikel 2 van de Huisvestingswet echter alleen worden gesteld als een gemeente kan onderbouwen dat er sprake is van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte en als het middel om dat te bestrijden noodzakelijk en geschikt is.

Met artikel 12 van de Huisvestingsverordening 2019 heeft de gemeenteraad van Nijmegen alle woonruimte op het hele grondgebied van de gemeente aangewezen en onder de vergunningplicht gebracht.

Nijmeegse huiseigenaren hadden een vergunning gevraagd voor omzetting van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte voor ‘verkamering’. Die vergunning werd geweigerd.
Tegen de weigering kwamen de huiseigenaren in beroep bij de rechtbank. 

De rechtbank oordeelt in die procedure dat de gemeenteraad bij het vaststellen van de verordening niet heeft aangetoond dat in Nijmegen inderdaad sprake is van schaarste aan (goedkope) woonruimte, en al helemaal niet dat een verordening – met een stelsel van omzettingsvergunningen – noodzakelijk is om onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van zo’n schaarste te beperken.

De rechter overweegt verder dat een dergelijke vergunningplicht een inbreuk op het eigendomsrecht vormt dat door artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens moet worden beschermd. Een inbreuk op dat artikel mag alleen indien en voor zover dat noodzakelijk en proportioneel is. Naar de mening van de rechter is de vergunningplicht niet noodzakelijk en proportioneel.

De rechtbank overweegt ook dat de gemeente bij het opstellen van de verordening het zorgvuldigheids- en het motiveringsbeginsel heeft geschonden.

De conclusie luidt dan ook dat artikel 12 van de Nijmeegse Huisvestingsverordening deels onverbindend is.

De gehele uitspraak is te raadplegen op ECLI:NL:RBGEL:2020:398.

Vragen over de (Nijmeegse) Huisvestingsverordening?

Bel of mail Thijs van der Meeren

Terug naar het nieuwsoverzicht