Asbest; bezint eer ge begint!

Geplaatst op 12 feb 2019 Asbest; bezint eer ge begint!

Asbest; bezint eer ge begint!

In een kort geding vonnis van 4 januari jl. heeft de rechtbank Rotterdam een oordeel gegeven over de reikwijdte van de verplichting om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van asbest.

Een brand- en roetreinigingsbedrijf genaamd Attent verwijderde in opdracht van een bedrijf dat handelt in caravans binnendakplaten die door waterschade waren aangetast. Volgens Attent had zij voor aanvang van de werkzaamheden geïnformeerd of er asbesthoudende materialen in de loods waren verwerkt en zou de opdrachtgever daarop ontkennend hebben geantwoord. Dat zou ook blijken uit een rapport van enkele jaren oud waar de opdrachtgever nog naar op zoek zou gaan. Na het verwijderen en afvoeren bleken de dakplaten echter wel degelijk asbest te bevatten als gevolg waarvan de loods in afwachting van sanering niet meer kon worden gebruikt. Het caravanbedrijf kon dus niet meer haar bedrijfsactiviteiten uitoefenen in de loods en leed daardoor schade. De caravanhandelaar stelde Attent aansprakelijk omdat zij verzuimd had vooraf onderzoek te doen naar de aanwezigheid van asbest.

Attent verweerde zich door te stellen dat zij een klein bedrijf is dat uitdrukkelijk niet is gespecialiseerd in schadekwesties waarbij asbest een rol speelt. Ook stelde zij geen eigen onderzoeksplicht te hebben omdat zij mocht afgaan op de mededelingen van haar opdrachtgever, die immers had gezegd dat er geen asbest in de loods verwerkt was.

De rechtbank maakte korte metten met het verweer van Attent. Volgens het Asbestverwijderingsbesluit 2005 dient degene die materialen of producten opruimt die ten gevolge van een incident zijn vrijgekomen, te beschikken over een asbestinventarisatierapport indien hij weet of redelijkerwijs kan weten dat die (vrijgekomen) materialen asbest bevatten. Attent had volgens de rechtbank niet zonder zo’n rapport aan de slag mogen gaan.

Dat Attent voorafgaande aan haar werkzaamheden had gevraagd of er asbest aanwezig was kon haar niet baten. De loods dateert van voor 1993 en volgens de rechtbank is het een feit van algemene bekendheid dat gebouwen van voor 1993 naar alle waarschijnlijkheid asbest bevatten. Attent had voorafgaand aan haar werkzaamheden zelf geen asbestonderzoek laten uitvoeren en had ook niet afgewacht tot haar opdrachtgever met het besproken rapport op de proppen kwam. Zij had er zelfs niet op aangedrongen om inzage in dit rapport te krijgen. Door zo te handelen heeft Attent volgens de rechtbank ernstige steken laten vallen. Om die reden werd zij veroordeeld tot betaling van een voorschot op de te maken kosten van asbestsanering.

Het is overigens interessant dat in de procedure het door de opdrachtgever bedoelde rapport wel boven water kwam en dat in dit rapport inderdaad stond dat de loods geen asbest bevatte, wat dus onjuist bleek. Het is maar de vraag of deze zaak dezelfde uitkomst had gehad als Attent voorafgaand aan de procedure inzage had gehad in het rapport en op basis daarvan, zonder eerst eigen onderzoek te doen, aan de slag was gegaan.

De moraal van dit verhaal; bij twijfel altijd eerst onderzoek (laten) doen naar de aanwezigheid van asbest. En spreek in ieder geval duidelijk af met uw opdrachtgever wie het risico draagt als er asbest wordt aangetroffen. (ECLI:NL:RBROT:2019:45)

Vragen of adviezen over dit onderwerp? verstegen@heijltjes.nl 06-20411494

Terug naar het nieuwsoverzicht