Schade, faillissement en verzekering

Geplaatst op 29 aug 2017

Stel u bent opdrachtgever en uw opdrachtnemer gaat failliet nadat u hem aansprakelijk hebt gesteld voor fouten die hij heeft gemaakt en schade die u daardoor hebt geleden. Staat u dan met lege handen? Dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Indien er sprake is van een verzekering van opdrachtnemer tegen schades als door u aan de orde gesteld zijn er mogelijkheden om alsnog schade vergoed te krijgen. Ik zal dat aan de hand van een voorbeeld uit mijn praktijk toelichten.

De casus

Opdrachtgever van een groot bouwwerk ondervond na ingebruikname van het werk ernstige hinder als gevolg van het feit dat in de gevel van het werk veel, heel veel glas zat, de zon daar op stond te branden en de temperaturen tot ruim tropische waarden stegen. Het werk betrof een schoolgebouw; lesgeven werd praktisch onmogelijk.

Na onderzoek bleek dat het verkeerde, want onvoldoende warmtewerend glas was toegepast. Na verder speurwerk bleek dat de ontwerper van het gebouw, een bekende architect, voor dit risico expliciet was gewaarschuwd door derden. Daarbij was niet alleen gewaarschuwd tegen toepassing van het door de architect voorgeschreven glas maar was  ook advies gegeven met betrekking tot het wél toe te passen glas. Om redenen die niet bekend zijn heeft de architect de waarschuwing genegeerd en het advies in de wind geslagen. De gevolgen waren redelijk dramatisch in zowel praktisch als financieel opzicht.

De architect weigerde aansprakelijkheid te erkennen. Wel schakelde hij zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar in.

De opdrachtgever startte een procedure om de architect te laten veroordelen tot vergoeding van de schade. Kort na het aanhangig maken van de procedure werd de architect in staat van faillissement verklaard, daarmee de opdrachtgever in zak en as achterlatend.

Desalniettemin werd een gedeeltelijke vergoeding van de door de opdrachtgever geleden schade toch gerealiseerd, en wel als volgt.

De architect had was tegen beroepsaansprakelijkheid verzekerd. Zou de architect aansprakelijk zijn dan moest zijn verzekeraar die schade vergoeden. In de praktijk komt het er op neer dat die vergoeding rechtstreeks bij de partij terecht komt die de schade heeft geleden. De vordering die de architect voor het faillissement had op de verzekeraar tot dekking c.q. vergoeding van de geleden schade behoorde na het faillissement toe aan de curator.

De opdrachtgever kwam met de curator van de failliete architect overeen dat de curator de vordering op de verzekeraar zou overdragen aan de opdrachtgever. Vervolgens werd de verzekeraar overtuigd van de kapitale beroepsfout die de architect had gemaakt en was deze bereid het maximale bedrag dat op de polis vermeld stond uit te keren. Dit bedrag (ruim € 650.000,--) dekte niet volledig de door opdrachtgever geleden schade maar was uiteraard veel meer dan niets. Het bedrag waarvoor de opdrachtgever de vordering van de curator had gekocht beliep minder dan 10% van het door verzekeraar uitgekeerde bedrag.

Uiteindelijk werd daarmee toch nog een substantieel deel van de schade geïncasseerd terwijl toch in eerste instantie sprake leek te zijn van een volstrekt niet verhaalbare vordering in het faillissement.

Rechtspraak

Constante jurisprudentie van onder meer de Hoge Raad bevestigt dat overdracht van vorderingen als deze juridisch op geen bezwaren stuit. Sterker: deze afwikkeling bevordert een gewenste rechtsontwikkeling, te weten dat verzekeringspenningen bij schade lijdende partijen terecht komen. Deze lijn in de jurisprudentie werd kort geleden weer bevestigd in een uitspraak van het Gerechtshof te Den Haag en wel op 1 november 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:3182). Ook die uitspraak betrof aansprakelijkheid van een architect naar aanleiding van een vermeende beroepsfout.

In deze uitspraak wordt van de mogelijkheid van vorderingen als deze zonder meer uitgegaan.

Conclusie

Het faillissement van een opdrachtnemer die specifiek verzekerd is tegen aanspraken van opdrachtgevers voor bepaalde (beroeps-)fouten behoeft niet het einde van de zaak te betekenen. Vaak is  in goed overleg met de curator een vruchtbare deal mogelijk waarbij de curator de vordering op de verzekeraar aan de schadelijdende opdrachtgever overdraagt.

Uiteindelijk moet uiteraard vaak nog wel door een rechter of arbiter worden vastgesteld dat de opdrachtnemer een (beroeps-)fout heeft gemaakt. Is er immers geen fout gemaakt dan behoeft ook een verzekeraar niet uit te keren. Dat was overigens ook de uitkomst van de hierboven genoemde uitspraak van het Hof Den Haag.

Vragen?

Hebt u vragen over faillissement van opdrachtnemers, schade en/of verzekeringen, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

Terug naar het nieuwsoverzicht