De Hoge Raad matigt contractuele boetes

Geplaatst op 04 jan 2019 De Hoge Raad matigt contractuele boetes

In de (bouw)contracten staan steeds vaker steeds hogere boeteclausules. Die boetes moeten dienen als prikkel voor tijdige en correcte nakoming. De boeteclausule voorkomt discussies over de vraag wat nu precies de hoogte is van de geleden schade als niet of niet tijdig aan de overeenkomst wordt voldaan. De boeteclausule is daarmee een (bewijs)oplossing voor degene die vreest schade te zullen lijden. Lange tijd waren rechters terughoudend bij het matigen van die boetes. Daar lijkt een kentering in te komen.

Het boetebeding in de wet en bouwvoorwaarden (UAV, UAV GC, ALIB, AVA etc.)

Uit de wet vloeit voort dat degene die te kort schiet in een overeenkomst aansprakelijk is voor de schade die zijn contractant lijdt. Die schade is niet altijd gemakkelijk te bewijzen. Om die reden wordt veelvuldig een boeteclausule in contracten opgenomen.

De wet bepaalt dat een overeengekomen boete van rechtswege in de plaats treedt van de schadevergoeding die de tekortschietende partij op grond van de wet zou moeten betalen.

Partijen kunnen vaak afwijken van de wet; ook in dit geval is dat mogelijk. Zo kan overeengekomen worden dat de boete niet in de plaats treedt van de schadevordering maar dat de veroorzaker van de schade naast de boete ook de daadwerkelijk geleden schade verschuldigd blijft.

In algemene bouwvoorwaarden en (afwijkingen van) de standaard (STABU) bestekken wordt de hoogte van de boetes en wanneer deze verbeuren nader ingevuld. In de contracten die op mijn bureau belanden staan steeds hogere boetes. Die boetes hebben een enkele keer zelfs betrekking op werkzaamheden van derden die mijn cliënten niet kunnen beïnvloeden.

Meer ruimte om boete te matigen

Uiteraard staat het partijen vrij om hoge boetes overeen te komen voor (al dan niet beïnvloedbare risico’s). Soms rechtvaardigen hoge boetes ook het belang van een tijdige nakoming. De rechter kan op verzoek van de schuldenaar een contractueel overeengekomen boete matigen maar is daarbij wel terughoudend.

Met het arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2018:207) lijkt daar wat meer verandering in te komen. In die zaak matigde de Hoge Raad - vanwege bijzondere omstandigheden – de boete van € 1.230.000,-- tot € 26.500,--. Van matiging is echter niet zo maar sprake. Het hoogste rechtscollege oordeelt – samengevat - dat er pas sprake kan zijn van matiging indien:

- "de billijkheid dit klaarblijkelijk eist”

en

- ”de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij zal de rechter niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen. (HR 27 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6638, NJ 2007/262)”.

De matiging werd in deze zaak meer concreet gestoeld op de navolgende feiten en omstandigheden:

  1. één van de contractspartijen heeft de overeenkomst opgesteld;

  2. over die overeenkomst is niet onderhandeld;

  3. de opsteller van de overeenkomst heeft de hoogte van de boeteclausule bepaald en ook daarover is niet onderhandeld;

  4. de opsteller van de overeenkomst heeft niet aangegeven op grond waarvan zij de hoogte van de wel erg hoge boetes heeft bepaald;

  5. de verbeurde boetes zijn buitensporig hoog in verhouding tot de werkelijk geleden schade;

  6. er is slechts sprake van enkele incidentele overtredingen die in het begin van de contractperiode hebben plaatsgevonden waarna geen andere overtredingen hebben plaatsgevonden; en

  7. de bedoeling van de overeenkomst is om de opsteller van de overeenkomst te beschermen tegen concurrentie en dat de beboete handelingen niet tot verlies van klanten hebben geleid.

Conclusie en aanbeveling

Uitgangspunt is en blijft dat tussen partijen overeengekomen contractuele boetebedingen in beginsel stand zullen houden. Voor matiging van boetes zijn goede argumenten nodig. Het veel gehoorde argument dat de verbeurde boetes veel hoger zijn dan de daadwerkelijk geleden schade leidt echt niet (zonder meer) tot matiging van de boetes. Daarvoor is meer nodig.

Voorzichtigheid blijft dus geboden met betrekking tot het opnemen van boeteclausules in overeenkomsten. Maak de boetebepaling en met name de hoogte van de boetes in de onderhandelingsfase bespreekbaar, accepteer geen boetebepaling waarvan het risico niet te beïnvloeden of beheersbaar is en probeer de boetebepaling zo veel mogelijk in overeenstemming te brengen met de wederzijdse belangen.

Meer weten over boeteclausules of overeenkomsten in de bouw?
Neem dan vrijblijvend contact op.

Thijs van der Meeren, advocaat
024 381 66 68
06 100 39 035
vandermeeren@heijltjes.nl

Terug naar het nieuwsoverzicht