Het vooroverleg

Geplaatst op 09 apr 2004

Het vooroverleg
Samenvatting historie en huidige stand van zaken
mr. W.M.J.M. Heijltjes

1.
Historie
- vooroverleg bestaat sinds onheugelijke tijden;
- in periode 1950 – 1980 wisselende jurisprudentie o.g.v. ongeoorloofde oorzaak, soms rekenvergoeding toegestaan; commissies vanuit overheid en bouwsector samengesteld buigen zich over de materie en brengen rapporten uit;
- er zijn voorbestedings-organisaties binnen de bouwsector met ieder hun eigen reglementen, overkoepeld door de vereniging SPO (Samenwerkende Prijsregelende Organisaties);
- medio jaren ’80 zijn er 28 organisaties waarvan 21 in de B&U, enkele in de GWW alsmede andere specialistische clubs (buizenleggers, sloopwerken, kabelwerken);
- bekende voorbestedingsverenigingen in onze regio’s: ZNAV (Zuid Nederlandse Aannemers Vereniging) voor geheel Zuid-Nederland, GAVA (Gelderse Aannemers Vereniging inzake Aanbestedingen), OVAR (Oost-Nederlandse Vereniging AanbestingsRegeling), SPV (Samenwerkende Prijsregelende Vereniging Nijmegen en Omstreken).
2.
Formele regulering
- legalisatie: enerzijds algemeen verbod in de (oude) Wet Economische Mededinging met daarnaast ontheffing middels een AMvB voor een gereglementeerd vooroverleg in de bouwsector: het UPR (Uniform Prijsregelend Reglement);
- formele in werking treding per 1 april 1987;
- dit functioneert een aantal jaren naar tevredenheid voor zowel de bouwsector als de aanbesteders;
- gemeente Rotterdam legt zich er niet bij neer en acht het UPR in strijd met art. 86 EEG-verdrag;
- via Piet Dankert wordt de Europese Commissie ingeschakeld.

3.
1992: verbod
- beschikking 5 februari 1992 Europese Commissie: verbod en boete voor alle 28 Verenigingen tezamen fl. 52.000.000,-;
- kort geding bij President Europees Gerecht van 1e aanleg, uitspraak d.d. 16 juli 1992 verbod op vooroverleg;
- in daarop volgende jaren: aanpassingen in Nederlandse Wetgeving;
- per 1 januari 1998: verbod in (nieuwe) Mededingingswet.

4.
Zembla en de parlementaire enquête
- na 1992 in ruime omvang (groeiend) hervatting ongereglementeerd vooroverleg;
- november 2001: Zembla uitzending Bos-boekhouding, waaruit voortgevloeid de parlementaire enquête;
- tot dusverre was de indruk: structureel vooroverleg vond hoofdzakelijk plaats met betrekking tot (grote) infrastructurele werken (GWW), daarbuiten misschien incidenteel;
- februari 2004: boekhouding Boele en van Eesteren duikt op, daaruit blijkt ook structureel vooroverleg in B&U-sector;
- instelling Regieraad door de minister (buiten het AVBB om) tot herstel van de verhoudingen.
5.
Beleid voor bouwbedrijven
- september 2003: alle 17 aangesloten verenigingen onder het AVBB (=federatie) moeten fuseren tot één grote vereniging, volgens de commissie Andersson;
- november 2003: het AVBB lanceert
* invoering bedrijfscode;
* aansluiting bedrijven bij nieuwe stichting SBIB (Stichting Beoordeling Integriteit Bouwnijverheid)
- tot februari 2004: GWW-sector geeft selectief/voorzichtig aan NMa;
- sedert februari 2004 (Boele-boekhouding): oproepen van AVBB, BouwNed etc. om massaal alles uit het verleden bij de NMa te melden;
- NMa breidt aantal medewerkers voor de bouwsector uit, was (in het verleden) 5 personen thans (meer dan) 65; de stapels papier worden met karrenvrachten binnengereden.
6.
Welke risico’s/hoe te handelen?
- melding aan de NMa van feiten vóór 1/1/98 vallen buiten diens competentie, gaan dus naar het OM;
- NMa heeft voor vrijwillige melders, mits vóór 1 mei 2004 gemeld, een clementieregeling doch deze is niet concreet c.q. biedt nauwelijks houvast;
- door wie worden de bouwbedrijven aangepakt:
* NMa d.m.v. boetes;
* OM in verband met overtreding gevallen vóór 1/1/98 Wet Economische Mededinging, gevallen na 1/1/98 krachtens Mededingingswet maar onduidelijk of OM zich in door NMa beboete gevallen daar nog in zal mengen;
* civiele terugvorderingsacties door overheid en particuliere opdrachtgevers;
* (dreigende) uitsluiting bij aanbestedingen;
- civiele terugvorderingsacties zijn reeds gestart, diverse (vooral overheids)opdrachtgevers hebben procedures aanhangig gemaakt bij de Raad van Arbitrage (reeds meer dan 1.000 stuks), procedures worden voorlopig aangehouden m.u.v. enkele die als proefproces wél direct voortgezet worden; daarbij wordt uitgegaan van een claim van 8,8% van de aanneemsom op basis van berekeningen van de Parlementaire Enquêtecommissie, daartegenin is door een oud-directeur van Gemeentewerken Rotterdam geschreven dat dit percentage niet klopt maar misschien 1 of 2% zou moeten zijn, echter: ieder geval is anders met name zijn er voorbeelden dat een inschrijver ónder kostprijs naar het vooroverleg gaat om t.b.v. zijn bedrijfscontinuïteit het werk zeker te kunnen krijgen en door de opslag in het vooroverleg alsnog het werk zonder verlies te kunnen maken;
- onder de VNG als “koepel” is opgericht de Stichting Regres waarbij gemeenten zich tegen betaling kunnen aansluiten tot civielrechtelijk verhaal van hun eventuele claims;
- bij melding aan NMa geldt artikel 90 Mededingingswet: aan NMa verstrekte gegevens mogen uitsluitend voor de toepassing van de Mededingingswet worden gebruikt, artikel 91: gegevensverstrekking aan derden slechts toegestaan aan buitenlandse collega-NMa’s alsmede aan Nederlandse bestuursorganen die door de wet zijn belast met de toepassing van bepalingen omtrent mededinging (mits geheimhouding gewaarborgd); is dit wel voldoende veilig?
- door de reeds plaatsgevonden meldingen ontstaat olievlekwerking;
- de melding is (betrekkelijk) eenvoudig, maar daarna komt in het kader van verder onderzoek een gigantische hoeveelheid administratief werk op de melder af;
- andere strafrechtelijke feiten (bijv. corruptie) worden door de NMa wel aan het OM doorgegeven;
- ieder vooroverleg in het kader van een aanbesteding geldt als één kartel en dient afzonderlijk te worden gemeld;
- het meldingsformulier is te downloaden van de site van de Nma.

Dit is een zeer beknopte samenvatting dus geen juridisch document (geen aansprakelijkheid zijdens de opsteller).

Terug naar het nieuwsoverzicht