Wettelijke handelsrente over te laat betaalde facturen

Geplaatst op 23 mei 2007

Enkele jaren geleden, om precies te zijn met ingang van 1 december 2002, is in het Burgerlijk Wetboek de wettelijke handelsrente geïntroduceerd, ter uitvoering van een richtlijn van de EU. Uit contacten met cliënten is gebleken dat de inhoud van de regeling niet altijd even bekend en/of duidelijk is. De regeling houdt het volgende in.
Aanspraak op vergoeding van de wettelijke handelsrente bestaat indien er sprake is van een overeenkomst die aangeduid kan worden als een handelsovereenkomst.
Onder handelsovereenkomst wordt verstaan een overeenkomst die één of meer van de partijen verplicht iets te geven of te doen. Verder moeten partijen (natuurlijke personen of rechtspersonen) de overeenkomst hebben gesloten terwijl zij handelen in de uitoefening van een beroep op bedrijf.
In transacties met consumenten kan derhalve geen aanspraak worden gemaakt op vergoeding van handelsrente.
De wettelijke handelsrente verschilt van de ‘gewone’ wettelijke rente doordat de handelsrente wordt berekend op basis van een veel hoger rentepercentage.
De basis voor het rentepercentage is de door de Europese Centrale Bank gehanteerde basis herfinancieringsrente. Dit percentage wordt vermeerderd met 7.
Vanaf 1 januari 2007 beloopt de wettelijke handelsrente 10,58%.
De wettelijke handelsrente is verschuldigd met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als uiterste dag van betaling; in de meeste gevallen dus de dag na het verstrijken van de betalingstermijn. De wet geeft verder nog een gedetailleerde regeling voor enkele uitzonderingsgevallen met betrekking tot die termijn; die regeling is te specifiek om hier te bespreken, en is voor het merendeel van de gevallen ook niet relevant.
Wanneer op de overeenkomst de UAV ’89 van toepassing zijn, dan kan de aannemer de handelsrente nog eens verhogen met 2%, indien aan de vereisten van paragraaf 45 UAV is voldaan. Aldus kunnen ten onrechte onbetaald gebleven facturen tot aanzienlijke rentevorderingen leiden, hetgeen in uw voordeel kán zijn.
Het vorenstaande betekent echter ook dat u geconfronteerd kunt worden met aanzienlijke rentevorderingen, bijvoorbeeld in een geval waarin u meende goede gronden te hebben om niet te hoeven betalen, doch waarin de rechter of arbiter anders oordeelt.
Indien u deze risico’s wenst uit te sluiten, dan is het aan te bevelen om in de overeenkomst zelf expliciet de bepaling op te nemen dat wanneer mocht komen vast te staan dat u enig bedrag te laat hebt betaald, u nooit meer verschuldigd bent dan, bijvoorbeeld, 4 of 5, of 6%.
In voorkomend geval kunt u zich op deze specifieke bepaling beroepen op grond van de regel dat een specifieke bepaling in een overeenkomst vóór een bepaling in algemene voorwaarden, of een (niet dwingendrechtelijke) wettelijke regeling gaat.
Voor de volledigheid: de nieuwe regeling geldt vanaf 1 december 2002; eventuele handelsrente kan verschuldigd zijn mits de overeenkomsten zijn gesloten na 8 augustus 2002 en de te late betaling plaatsvond na 1 december 2002.
De regeling is opgenomen in artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek.

Terug naar het nieuwsoverzicht