Hoe de ene crisis het herstel van de andere crisis kan vertragen

Geplaatst op 31 mrt 2010

Hoe de ene crisis het herstel van de andere crisis kan vertragen

Het was maanden geleden al duidelijk dat de inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet op 1 januari 2010 niet meer haalbaar was als gevolg van de vele kritiek die tijdens de behandeling op het wetsvoorstel werd geuit. Door de daarna ingetreden kabinetscrisis werd het vervolgens onzeker of de Eerste Kamer de Crisis- en herstelwet nog wel zou behandelen of dat eerst moest worden gewacht tot een nieuw kabinet zou zijn aangetreden. Het is namelijk ongeschreven staatsrecht dat geen controversiële onderwerpen worden behandeld ten tijde van een demissionair kabinet. Uiteindelijk is bepaald dat de Crisis- en herstelwet niet controversieel moest worden geacht en dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel mocht behandelen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de Crisis- en herstelwet op dit moment?

Na alle vertraging is er goed nieuws te melden. De Eerste kamer heeft op 16 maart 2010 het wetsvoorstel Crisis- en herstelwet met grote meerderheid van stemmen aangenomen. Dat betekent dat de laatste hobbel is genomen voordat de wet in werking kan treden. De datum van inwerkingtreding is bepaald op 31 maart 2010.

Waarom is de Crisis- en herstelwet ook al weer zo belangrijk voor de bouwsector? Juist in de infrastructurele sector en in de bouw is de kredietcrisis hard aangekomen. Daarmee staat de werkgelegenheid van vele duizenden werknemers op de tocht. Door procedures te versnellen en te vereenvoudigen kan de werkgelegenheid zoveel mogelijk worden behouden en kunnen grote ambities met prioriteit worden gerealiseerd. De Crisis- en herstelwet bevat een aantal tijdelijke en permanente maatregelen om de werkgelegenheid te stimuleren, duurzame en innovatieve ontwikkelingen te versnellen en de economische structuur van Nederland te herstellen.

De meest ingrijpende en daarmee meest controversiële onderwerpen die de Crisis- en herstelwet regelt, zijn de aanpassingen in de Algemene wet bestuursrecht. In grote lijnen worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:

1. de rechter moet sneller uitspraak doen in beroepsprocedures: binnen zes maanden na aanvang van de beroepstermijn. Dit levert een gemiddelde tijdwinst op van een half jaar.
2. de rechter kan het besluit in een beroepsprocedure toch in stand laten, ook al is er een kleine fout in het genomen besluit geslopen. Voorwaarde is wel dat dit de belanghebbende niet heeft benadeeld.
3. iemand kan alleen nog maar een beroep doen op rechtsregels die bedoeld zijn om zijn eigen belang te beschermen (het zogenaamde relativiteitsvereiste). Dit houdt in dat bezwaarmakers niet zomaar alles kunnen aanvoeren om een besluit tegen te houden.
4. het beroepschrift moet binnen de beroepstermijn volledig worden ingediend en alle beroepsgronden bevatten. Pro forma beroep en het later nader aanvullen van de beroepsgronden zijn hierdoor uitgesloten.
5. decentrale overheden mogen niet meer tegen een besluit van een ander overheidsorgaan in beroep gaan bij de bestuursrechter, tenzij dit besluit tot hen is gericht.
6. wanneer de overheid vanwege een rechterlijke uitspraak een nieuw besluit moet nemen, dan hoeft het voorafgaande onderzoek niet opnieuw te worden uitgevoerd tenzij de uitspraak juist betrekking heeft op een specifiek onderzoeksrapport.

Deze aanpassingen gelden echter alleen voor in een bijlage bij de wet aangewezen projecten en voor specifieke categorieën van ruimtelijke en infrastructurele projecten. Een van belang zijnde categorie wordt gevormd door projecten die geheel of hoofdzakelijk voorzien in de bouw van tenminste 12 woningen.

De wijzigingen in het procesrecht die de Crisis- en herstelwet met zich meebrengt hebben invloed op de rechtsbeschermingsmogelijkheden van burgers bij ruimtelijke besluiten. De versnelde procedure levert veel tijdswinst op en bovendien kan niet meer iedereen opkomen tegen een dergelijk besluit. Voor u als bouwer kan dit uiteraard voordeel opleveren.

Indien u naar aanleiding van deze nieuwsbrief vragen heeft over de Crisis- en herstelwet, dan kunt u uiteraard telefonisch contact met ons opnemen.

Telefoon: 024 – 322 22 55

Terug naar het nieuwsoverzicht