Crisis in de bouw en beperking van risico's

Geplaatst op 13 mrt 2012

Crisis in de bouw en beperking van risico's

Door: Hans Mulder
Dat het in de bouwsector slecht gaat is inmiddels algemeen bekend. De bouwvolumes lopen steeds verder terug, projectontwikkelaars houden zich stil omdat nauwelijks nog nieuwe woningen worden verkocht en kantoorgebouwen staan leeg, waardoor de vraag naar nieuwe kantoren sterk is verminderd. Veel bouwbedrijven proberen in deze tijd het hoofd boven water te houden in afwachting van betere tijden. Voor 2013 wordt een voorzichtig herstel voorspeld, maar niemand weet of deze voorspelling zal uitkomen. Inschrijven op werken tegen kostprijs of zelfs daaronder is aan de orde van de dag. Iedere bouwondernemer hoopt daarmee aan de gang te blijven in deze moeilijke tijden en daarmee te overleven.
Het indammen van risico's binnen de onderneming is daarbij een belangrijke zorg in vele directiekamers. Accountants en juridisch adviseurs bevelen een holdingstructuur aan, voor het geval de onderneming in één besloten vennootschap zit. Dat laatste wordt niet verstandig geacht, want als die onderneming failliet gaat, dan ben je alles kwijt. Dus het bedrijfspand in Holding BV of Onroerend Goed BV, het materieel in Materieel BV en de werken en werknemers in Aanneming BV. De risico's zitten dan in de laatste vennootschap en mocht die onverhoopt failleren, dan blijft er nog een deel van de onderneming overeind en kan men wellicht een doorstart maken. Het klinkt verstandig, maar ook hier liggen risico's en gevaren op de loer.
In de eerste plaats is er natuurlijk het risico dat de bank, als zij de onderneming financiert, haar hypotheek- en pandrecht gaat uitwinnen (te gelde maken), zodra er een faillissement van de werkmaatschappij is. In de regel zegt de bank het krediet aan de onderneming op bij faillissement en worden zo ook de niet gefailleerde vennootschappen meegetrokken. In dit geval helpt het dus niet wanneer de onderneming in verschillende besloten vennootschappen zit. Ook staat de bank niet bepaald te springen om een doorstart te financieren na een faillissement. Vaak zegt de bank in dat geval dat de ondernemer maar een financiering moet aanvragen bij een andere bank. Alleen als er harde zekerheden kunnen worden geboden maakt de ondernemer een kans bij een nieuwe bank. Al met al niet eenvoudig dus.
Een ander risico bij een holdingstructuur is de situatie wanneer alle inkomsten binnenkomen bij de holding, die dus ook de contracten afsluit met opdrachtgevers, maar de werkzaamheden feitelijk laat uitvoeren door een andere groepsvennootschap, de werkmaatschappij. In dat geval draagt de holding een bijzondere verantwoordelijkheid voor haar werkmaatschappij. Wanneer zij die op enig moment laat failleren, dan kunnen de schuldeisers of de curator van de failliete werkmaatschappij het standpunt innemen dat de holding aansprakelijk is voor de aangerichte schade bestaande uit de niet betaalde rekeningen van de werkmaatschappij. Een gerechtelijke procedure op grond van onrechtmatige daad tegen de holdingmaatschappij is dan mogelijk en deze procedures is ook al een aantal malen gevoerd. De rechter analyseert dan of er in de specifieke situatie sprake is van een bijzondere verantwoordelijkheid van de holding en wanneer deze wordt geconstateerd, is het risico groot dat de holding aansprakelijk wordt geacht voor de schulden van de werkmaatschappij. Wanneer de holding deze schulden niet kan dragen, dan loopt ook zij het risico van faillissement. Ook in dit geval heeft de holdingstructuur dan niet gewerkt.
Zoals gezegd, is het indammen van risico's een constante zorg van veel ondernemers. Daarbij zijn er mogelijkheden, maar deze zijn niet onbeperkt. Wilt u hierover geadviseerd worden, dan kunt u contact opnemen met mij of één van mijn collega's.
Hans Mulder

Telefoon: 024 - 381 66 92

E-mail: mulder@heijltjes.nl

Terug naar het nieuwsoverzicht