Social Return

Geplaatst op 14 okt 2013

Nieuwsbrief Social Return
Een handreiking aan de praktijk
middels een model-bestektekst
Heilig Landstichting, 14 oktober 2013

1.
Het onderwerp Social Return heeft de afgelopen jaren groeiende aandacht gekregen. Het maatschappelijk doel: mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt weer een opstapje geven tot terugkeer in het arbeidsproces, spreekt velen aan. Met name overheden en andere aanbestedende diensten willen deze maatschappelijke invalshoek graag in hun projecten weerspiegeld zien en nemen dit als eis in de aanbestedingsstukken op.
Het lijkt daarbij op het eerste oog eenvoudig om aan te geven dat (bijvoorbeeld) 5% van de loonsom moet worden besteed aan uitkeringsgerechtigden. De praktijk blijkt echter weerbarstig.
2.
Een kort onderzoek in documenten van diverse organisaties leert dat de goede bedoelingen van Social Return nog steeds een lappendeken opleveren van intenties, adviezen aan opdrachtgevers en elkaar opvolgende voorstellen om een en ander efficiënter te regelen dan nu. Zoals Cobouw (4 oktober j.l.) beschrijft, is dit bijna tot wanhoop van de GWW-aannemers:
'Een grote variëteit in de wijze van opname van social return in de aanbestedingsdocumenten, al dan niet gebruiken van drempelbedragen, de definitie van de doelgroep en verschillende wijzen van werving en selectie.'
3.
Voor het proces van Social Return wordt bij nagenoeg ieder project het wiel opnieuw uitgevonden.
Vaak blijkt dat
wanneer de aanbesteder vanuit zijn 'kaartenbakken' het idee heeft om een verplichting tot het inschakelen van werkzoekenden aan de aannemer op te leggen, hij geen concreet beeld er van heeft hoe dat nu toegepast zou moeten worden;
-
anderzijds alleen de aannemer voldoende zicht heeft op het uitvoeringsproces in de bouw om daar concreet invulling aan te geven.
Daarom zien wij vaak als advies aan aanbesteders om bij de aanbesteding slechts - in algemeenheid - aan de aannemer de verplichting op te leggen om voor een bepaald percentage van de aanneemsom c.q. van de loonsom mee te werken aan Social Return, waarna de concrete afspraken over de uitwerking dan na de gunning kunnen plaatsvinden.
Daarmee wordt echter het probleem slechts verschoven.
Immers, de opdrachtgever meent dan nog steeds de regie hierover te kunnen voeren terwijl deze onvoldoende affiniteit heeft met het werkveld waarin dat moet gebeuren. De haalbaarheid van de inzet van personen en de sturingsmogelijkheden daarin worden in een (te) laat stadium onderwerp van discussie tussen opdrachtgever en aannemer. Dat zou vooraf duidelijk omkaderd moeten zijn.
4.
Voor een geslaagd onderdeel Social Return binnen een bouwproject is het nuttig, zo niet noodzakelijk, om vooraf volledige duidelijkheid te hebben over de aanpak. Het verdient dan ook aanbeveling dat de aanbesteder in de aanbestedingsstukken danwel in het bestek een op de praktijk geënte concrete regeling - met een duidelijke toedeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden - opneemt.
5.
De gesignaleerde 'lappendeken' aan incidentele regelingen en vondsten bevestigt dat beeld van vaagheid rond Social Return. Dat werkt dan ook niet bevorderend maar zelfs ontmoedigend.
Willen opdrachtgevers én bouwers Social Return een goede kans geven (en dit in de eigen organisatie ook langs een vast stramien goed hanteerbaar krijgen) dan is een standaard of model aan te bevelen.
(Denk hierbij aan - in algemeenheid - het ontstaan van het STABU-bestek dat voor de Nederlandse bouwsector door eenduidigheid en uniformiteit een grote vooruitgang heeft betekend).
6.
Als handreiking voor de praktijk en ter bevordering van de werkbaarheid van processen in het kader van Social Return hebben wij een model opgesteld voor een tekst die kan worden opgenomen in een aan te besteden bestek in geval het een traditionele opdracht betreft (op basis van bestek en tekeningen), danwel in de aanbestedingsstukken indien het een ander type aanbesteding betreft.
Dat model is als bijlage hieronder bijgevoegd.
7.
Wij houden ons aanbevolen voor berichten over de praktische toepassing hiervan.
Voor nadere toelichting kunt u contact opnemen met ondergetekende.

Wim Heijltjes
Heijltjes Advocaten
Postbus 1392
6501 BJ NIJMEGEN
E-mail: heijltjes@heijltjes.nl
Tel.nr.: (024) 381 66 90 (secretaresse)


Voorbeeld bestektekst 'social return'

01 Voor het werk geldende voorwaarden
01.01 Van toepassing zijnde voorwaarden en voorschriften
01.02 Administratieve bepalingen aansluitend op de UAV
01.02.01 Aanduidingen begripsbepalingen
01 Werkterrein
02 Installaties
etc. etc.
01.03 Social return
01.03.01
Het voorliggende project heeft mede tot doel het bevorderen van social return: het creëren van werk(ervarings)plaatsen voor mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt. De omvang van social return in onderhavig project en de wijze waarop daaraan door opdrachtgever en aannemer invulling wordt gegeven, wordt geregeld in de hierna volgende bepalingen.
01.03.02
De aannemer dient bij de uitvoering van het project ...........% van zijn loonsom in te zetten voor het creëren van arbeidsplaatsen voor personen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt. Onder 'loonsom' wordt begrepen het bedrag van het in de inschrijfbegroting opgenomen totaal aan arbeidskosten van de aannemer.
01.03.03
Onder het inzetten van het percentage van de loonsom worden mede begrepen die kosten welke gemoeid zijn met het opleiden dan wel bijscholen (zie hierna in par. 01.03.06) van personen die op de hierna te noemen wijze zijn geselecteerd. Deze 'voorschakel' garandeert dat de in te zetten personen over voldoende instapniveau beschikken qua technische kennis en vaardigheden alsmede om veilig op en om de bouwplaats te worden ingezet. Ook met deze bijscholing wordt het perspectief op duurzame werkzaamheid in de bouw vergroot.
01.03.04
De opdrachtgever draagt in overleg met de aannemer zorg voor de selectie en voordracht van kandidaten die in het kader van social return op en rond de bouwplaats ingezet kunnen gaan worden. Tot deze kandidaten worden ook gerekend nieuwe toetreders tot de arbeidsmarkt in de bouwsector waaronder leerlingen in de praktijkopleiding in de bouw.
01.03.05
De aldus geselecteerde en voorgedragen personen worden vervolgens ter beoordeling voorgelegd aan het Samenwerkingsverband voor de praktijkopleiding in de bouw. Het Samenwerkingsverband toetst/controleert de voorgedragen personen op basis van de hierboven onder 01.03.03 genoemde criteria op technische kennis, vaardigheden en geschiktheid om op de bouwplaats te worden ingezet.
01.03.06
Het Samenwerkingsverband kan ten aanzien van voorgedragen kandidaten adviseren om een voorschakeltraject te laten volgen. Dat voorschakeltraject zal nooit langer duren dan 8 weken. Opdrachtgever is niet verplicht om het advies terzake een voorschakeltraject op te volgen.
01.03.07
Het Samenwerkingsverband geeft uiteindelijk het advies met betrekking tot de inzetbaarheid van de geselecteerde personen, meer in het bijzonder of zij inzetbaar zijn in productieve functies voor de uit te voeren werkzaamheden alsmede of zij voldoende kennis hebben van en attent zijn op de veiligheidsaspecten op en om de bouwplaats. Het oordeel van (de directeur van) het Samenwerkingsverband geldt als een bindend advies.
Eventuele kosten van het Samenwerkingsverband vallen onder 'social return'.
01.03.08
Ter coördinatie van de inzet van personen in het kader van social return zal de aannemer binnen 3 weken na opdrachtverlening voor de uitvoering van het project een werkplan aan de opdrachtgever voorleggen met betrekking tot de voorgenomen mogelijkheden tot inzet van bedoelde personen in de diverse onderdelen van de bouwuitvoering en met de data waarop deze personen ingezet kunnen/dienen te worden. Dat werkplan wordt gebaseerd op de overall planning van het werk. Op basis van dat werkplan worden vervolgens de activiteiten met betrekking tot werving en selectie zoals hierboven in 01.03.04 tot en met 01.03.06 weergegeven, tijdig vóór de uitvoeringsmomenten van bedoelde projectonderdelen in gang gezet.
01.03.09
De tewerkstelling van de in te zetten personen in het kader van social return zal geschieden op basis van detachering middels ofwel het Samenwerkingsverband (danwel een aan het Samenwerkingsverband gelieerde organisatie zoals Vakmasters - zie www.vakmasters.nl -) ofwel een nader in overleg tussen opdrachtgever en aannemer te kiezen ander detacheringsbureau.
01.03.10
De aannemer is verplicht tot naleving van de vorenstaande bepalingen. Deze verplichting wordt juridisch gekwalificeerd als een inspanningsverplichting. Indien onvoldoende personen door opdrachtgever kunnen worden gevonden die aan de te stellen criteria voldoen, ook niet na een eventueel voorschakeltraject, heeft aannemer met de inzet van de wél geschikt bevonden personen aan zijn betreffende verplichting terzake social return voldaan.
01.03.11
Het is de aannemer toegestaan om hetzij voorafgaand aan de opdrachtverlening hetzij binnen uiterlijk 3 weken nadien - als bedoeld in paragraaf 01.03.08 - een alternatief plan voor de concrete invulling en uitvoering van de hierboven in paragraaf 01.03.02 genoemde social return verplichting aan de opdrachtgever voor te leggen. Dit alternatief plan zal goed en deugdelijk uitgewerkt moeten zijn en rekening dienen te houden met de relevante aspecten van paragraaf 01.03.03. Het staat ter beoordeling aan opdrachtgever of het alternatieve plan in voldoende mate aan de uitgangspunten voldoet.
Bij accordering van het alternatieve plan door opdrachtgever vervangt dit de vorenstaande paragrafen 01.03.04 tot en met 08.03.09 voor zover in het alternatieve plan van die bepalingen wordt afgeweken.

*) N.B. Concrete invulling vooraf is nodig bij het percentage in § 01.03.02.
*) N.B. 2 Voorts is deze zeer wenselijk in § 01.03.05 middels het benoemen van het concrete Samenwerkingsverband (naam vlgs. inschrijving KvK) waarmee de bereidheid vooraf dient te worden afgestemd.

Terug naar het nieuwsoverzicht