Wet Bouwkwaliteit vormt bedreiging voor aannemers

Geplaatst op 17 nov 2014

Wet Bouwkwaliteit vormt bedreiging voor aannemers
Heilig Landstichting, november 2014
Mr. W.M.J.M. Heijltjes
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft op 25 juni jl. het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen openbaar gemaakt. Met dit voorstel wordt een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen geïntroduceerd. Half september jl. is een consultatie van marktpartijen afgerond. Het ministerie is op dit moment bezig om na te gaan of en zo ja, op welke onderdelen het voorstel wordt aangepast, waarna het aan Raad van State en Tweede Kamer zal worden toegezonden. Het voornemen is om delen van de wet op 1 januari 2016 in werking te laten treden.
Er is alle reden om zeer kritisch te zijn over wetsvoorstel zoals dat nu bekend is.
Het voorstel gaat enerzijds over de verlening van bouwvergunningen en de controle op de bouw. Dat wordt in de toekomst meer aan de markt overgelaten kort gezegd aan bureaus met gecertificeerde toetsingsprotocollen. Aan de ene kant worden daarmee de bouwleges aanzienlijk goedkoper, aan de andere kant zal (stevig) betaald moeten worden aan de particuliere bureaus die intensiever moeten controleren, opleidingen moeten volgen voor een certificaat én er moet een nieuwe certificerende instelling worden opgericht die de bureaus en de opleidingen controleert. Dat wordt een kostbare “kerstboom” aan organisaties en instellingen.
Tot zo ver de komende veranderingen van het publiekrechtelijk bouwtoezicht.
Daarnaast staan in het wetsontwerp aanpassingen op gewone bouwcontracten van aannemers met opdrachtgevers. Kort samengevat:
- voor alle projecten gaat gelden dat het begrip ‘verborgen gebrek’ vervalt, de aannemer blijft ook na de oplevering aansprakelijk
voor alle gebreken, of ze nu zijn gezien of niet;
- directietoezicht c.q. controle bij de oplevering heeft dan geen functie meer;
- voor bouwwerken wordt dit dwingend recht, dit kun je niet wegcontracteren.
Feitelijk wordt daarmee de oplevering afgeschaft. Dat wordt een ingebruikname. De aannemer blijft voor ieder gebrek aansprakelijk. Er is geen beperking in de tijd (behalve de 20-jaar verjaring volgens het BW). De aannemer kan zich slechts verweren door bewijs te leveren dat een gebrek niet door hem is veroorzaakt. Naar verwachting zullen in de toekomst veel krassen op ruiten en andere (doorgaans gebruiks)beschadigingen op het bordje van de aannemer worden gelegd. De aannemer moet dan bewijzen dat hij dit niet heeft gedaan. Maar ook ernstiger zaken.
Voorts bepaalt dit wetsvoorstel dat de verplichte depotstelling van 5% (woningen) voor de laatste termijn wordt uitgebreid van 3 maanden naar 15 maanden dus veel “dood geld in potjes”. Voeg daarbij dat aan het eind van de 15 maanden de opdrachtgever/koper met een paar klachten de 5% nog langer kan blokkeren dan tekent dit de slechte ontwikkeling die in dit wetsvoorstel zit.
In het wetsontwerp wordt er volledig aan voorbij gegaan dat 80% van de bouwfouten uit het ontwerp voortvloeit. Als voorbeeld scheurvorming. De aannemer wordt 20 jaar lang met de bewijslast opgezadeld dat en waar de fout in het ontwerp zat.
We zullen de ontwikkeling van de wetgeving nauwgezet volgen en waar mogelijk deelnemen aan de discussie om te voorkomen dat deze onzalige plannen in wet worden omgezet.

Voor vragen en adviezen: Wim Heijltjes via heijltjes@heijltjes.nl of op 024 - 381 66 90

Terug naar het nieuwsoverzicht