Rechten van werknemers

Geplaatst op 24 sep 2015

Rechten van werknemers bij overgang van onderneming in pre-pack

Als een onderneming wordt overgedragen gaan – conform artikel 7: 663 BW – de rechten en verplichtingen van werknemers voortvloeiende uit een arbeidsovereenkomst over op de verkrijger van de onderneming. De verkoper van de onderneming is gedurende een jaar na de overgang naast de verkrijger hoofdelijk verbonden voor de nakoming van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, die zijn ontstaan vóór tijdstip overgang.

Dat lijdt uitzondering als de verkoper van de onderneming in staat van faillissement is verklaard en de onderneming tot de boedel behoort (artikel 7:666 BW).

Enige tijd geleden diende de Rechtbank Overijssel de vraag te beantwoorden of voornoemde uitzondering ook gold als het faillissement was voorafgegaan door een pre-pack.

Bij een pre-pack (ook wel stille bewindvoering genoemd) worden op verzoek van de aanstaande failliete vennootschap een stille bewindvoerder aangewezen en een beoogd rechter-commissaris benoemd. De stille bewindvoerder kijkt mee met de onderneming en gaat samen met de bestuurders van de vennootschap op zoek naar mogelijke kopers.

De gedachte is dat in stilte en rust kan worden gezocht naar een overnemende partij ten einde, zodra die partij is gevonden, het faillissement aan te vragen waarna de te benoemen curator (die voor datum faillissement nog de stille bewindvoerder was) de onderneming voor een zo hoog mogelijke bedrag verkoopt en waarbij er naar wordt gestreefd om zo veel mogelijk werkgelegenheid te behouden.

Die hoge opbrengst en het behoud van (veel) arbeidsplaatsen zijn voordelen van een pre pack. Hoewel de pre-pack in Nederland nog geen wettelijke basis heeft, werken de meerderheid van de insolventieteams van de rechtbanken mee aan een pre-pack.

In de te bespreken uitspraak werd een faillissement voorafgegaan door een pre-pack. Door het faillissement raakten 90 werknemers hun baan kwijt. De overige 210 werknemers mochten aan de slag bij de verkrijger van de onderneming maar kregen daarvoor slechtere arbeidsvoorwaarden in de plaats. Twee vakbonden vonden dat de werknemers ernstig waren benadeeld.

Alles zou volgens de vakbonden gericht zijn op de continuïteit en het voortzetten van de onderneming. Het productieproces had immers geen moment stilgelegen, de organisatiestructuur was dezelfde en de onderneming bediende nog steeds dezelfde klanten.

De hele bedrijfsovergang was al ruim voor het faillissement rond en de curator zou niets anders hebben gedaan dan tekenen bij het kruisje. De vakbonden waren om die reden van mening dat er sprake was van overgang van onderneming dus met behoud van alle werknemers en hun rechten. Naar mening van de bonden kon de verkrijgende partij geen beroep doen op de uitzondering in artikel 7:666 BW waarin is bepaald dat werknemers ondanks overgang van onderneming niet overgaan op de verkrijger indien “de werkgever in staat van faillissement is verklaard en de onderneming tot de boedel behoort”.

De Rechtbank Overijssel wees het beroep van de vakbonden af.

De rechtbank overwoog dat:

artikel 7:666 BW van toepassing is als “de werkgever in staat van faillissement is verklaard en de onderneming tot de boedel behoort”; en 
nadere voorwaarden niet worden gesteld.
Het faillissement van de werkgever was volgens de rechtbank een vaststaand feit. Tegen het faillissementsvonnis was geen verzet ingesteld zodat de rechtbank het faillissement als vaststaand moest aannemen terwijl de overgedragen ondernemingen deel uitmaakten van de boedels van die gefailleerde vennootschappen, waarmee – aldus de rechtbank - aan de voorwaarden van artikel 7:666 BW was voldaan.

De door de vakbonden aangevoerde bezwaren zoals:

het ontbreken van een wettelijke regeling ter zake van de pre-pack;
de bezwaren die kleven aan de pre-pack, en
de risico’s op misbruik dan wel oneigenlijk gebruik van het faillissementsrecht bij een pre-pack,
stonden volgens de rechtbank niet aan de toepasselijkheid van artikel 7:666 BW in de weg en de vorderingen van de vakbonden werden afgewezen.

De vakbonden hebben te kennen gegeven het er niet bij te zullen laten zitten en zullen van de uitspraak in hoger beroep gaan. Wordt vervolgd dus.
Over deze materie bestaat voorlopig dus nog geen zekerheid. Er is grote kans dat de zaak uiteindelijk bij de Hoge Raad zal terechtkomen. Zekerheid op dit punt zal dus nog wel even duren.

NB. Een wetsvoorstel (de Wet Continuïteit Ondernemingen I) waarin de pre-pack is opgenomen, is inmiddels naar de Tweede Kamer gestuurd. De kans bestaat dus dat de pre-pack alsnog een wettelijke basis krijgt over enige tijd.

Voor vragen over overgang van onderneming en pre-pack kunt u contact met mij opnemen: vandermeeren@heijltjes.nl of op 024 - 381 66 60.

mr. T. van der Meeren

Terug naar het nieuwsoverzicht